Een goed onderhouden tuin begint met het juiste snoeimoment. Snoeien bevordert niet alleen de groei, maar helpt ook bij het behouden van de vorm en gezondheid van planten. In deze snoeikalender lees je wanneer je welke planten het beste kunt snoeien.
Winter (december - februari)
Veel bladverliezende bomen en struiken kunnen in de winter gesnoeid worden omdat ze in rust zijn.
-
Fruitbomen zoals appel- en perenbomen snoei je in januari of februari voor een betere oogst.
-
Rozen kunnen in februari gesnoeid worden om sterke nieuwe takken te bevorderen.
-
Knotwilgen knip je in de winter terug tot de knot.
-
Prunus snoei je bij voorkeur in de late winter of het vroege voorjaar om vorm en bloei te stimuleren.
Voorjaar (maart - mei)
Het voorjaar is een belangrijke periode voor het snoeien van bloeiende struiken en vaste planten.
-
Lavendel snoei je in maart om een compacte vorm te behouden.
-
Hortensia's: Bij boerenhortensia’s laat je de jonge takken staan, terwijl je de oude takken wegknipt om de plant compact te houden.
-
Pluimhortensia's kunnen tot 30 cm boven de grond worden teruggesnoeid.
-
Siergrassen kunnen in maart of april tot net boven de grond worden afgeknipt.
-
Magnolia snoei je zo min mogelijk, maar indien nodig direct na de bloei om wildgroei te voorkomen.
Zomer (juni - augustus)
In de zomer snoei je vooral snelgroeiende hagen en uitgebloeide bloemen.
-
Hagen zoals buxus, taxus en beukenhaag snoei je in juni en eventueel nogmaals in augustus.
-
Lavendel kun je na de bloei licht terugsnoeien.
-
Rozen: Uitgebloeide bloemen verwijderen zorgt voor een langere bloei.
-
Druivenranken kunnen in juli licht worden gesnoeid om groei te beheersen.
Herfst (september - november)
De herfst is het moment om bepaalde planten voor te bereiden op de winter.
-
Frambozen: De oude, afgedragen takken snoei je na de oogst weg.
-
Druivenranken snoei je in november om bloeden in het voorjaar te voorkomen.
-
Bomen zoals esdoorn en berk snoei je in het najaar, omdat ze in het voorjaar kunnen gaan bloeden.
